K'Gary - Fraser Island - Reisverslag uit Frasereiland, Australië van Brian Lexmond - WaarBenJij.nu K'Gary - Fraser Island - Reisverslag uit Frasereiland, Australië van Brian Lexmond - WaarBenJij.nu

K'Gary - Fraser Island

Door: Brian

Blijf op de hoogte en volg Brian

13 Mei 2014 | Australië, Frasereiland

Lieve allemaal,

Soms zeggen mensen; ‘Daar zou ik een heel boek over kunnen schrijven’, maar schrijven dat boek vervolgens nooit. We zijn er zeker van dat er over K’Gary, beter bekend als Fraser Island een boek te schrijven is. Omdat we er zoveel gedaan en gezien hebben is het, het waard om er nu in ieder geval een apart verslag over te schrijven. Bij deze, veel leesplezier!

Op zaterdag 10 mei werden wij opgehaald in het plaatsje Rainbow Beach. Onze camper konden we gratis parkeren in de straat waar alle hostels gevestigd zijn. In een van die hostels (in de camper) Pippies, brachten wij de nacht van vrijdag op zaterdag door. We hadden bij deze trip gekozen voor de organisatie Dropbear Adventures, waarbij een ieder ook zelf op het eiland kan crossen. Vanaf ons hostel was het slechts een kleine 25 minuten rijden naar het uiterste punt van het vaste last, Inskip Point, waar we met een ferry naar de overkant voeren. Helaas waren de weersvoorspellingen niet al te best en dat bleek waarheid te worden toen het op de ferry al begon te regenen. Na een soepele overtocht van slechts 5 minuten zetten we wiel aan land met 3 Toyota ……, uiteraard allemaal voorzien van 4 wielaandrijving. Hier begon de trip op K’Gary en zijn 75 Mile beach, het strand met de afstand van de totale lengte van het strand. Het eiland is totaal zo’n 125km lang en met een gemiddelde breedte van 15km is het, het grootste zandeiland van de wereld. Het is tevens het enige zandeiland in de wereld waar een regenwoud op zand groeit, niet gek dus dat het eiland in 1992 toegevoegd werd aan de World Heritage List.
Na een tocht over 75 Mile Beach arriveerden we ter hoogte van Eurong bij het kamp. Het kamp bestond uit een 12-tal eenvoudige tentjes, een met zijl overdekt eet/zit gedeelte, een toilet en twee simpele douches. De crew stelde zich aan ons voor en de gouden regels werden uitgelegd. Misschien wel de belangrijkste regel daarvan was, dat als je een stukje over het eiland wilde lopen met wat voor reden dan ook je altijd een maatje en een stok moest meenemen. Op het eiland leven namelijk dingoes, wilde honden. Deze honden zien er eigenlijk totaal niet kwaadaardig uit en hebben in uiterlijk veel weg van een ‘gewone’ Europese hond zoals Bo (hond van Max). Echter is eerder gebleken dat deze wilde honden in staat zijn mensen aan te vallen met ernstige gevolgen.
Na een lunch bestaande uit wraps met ham en salade stapten we weer de auto in om naar het eerste hoogtepunt van het eiland te rijden; Lake Wabby. Het kostte ons een wandeling van zo’n 40 minuten om bij het meer te komen en helaas verliep de heenweg in de regen. De weg was indrukwekkend, door een groot woud waarbij goed te zien was dat echt de gehele bodem hier uit zand bestaat. We arriveerden bij het meer, dat zich kenmerkt doordat het aan de voorzijde is ‘ingesloten’ door een enorme zandduin. Deze duin groeit nog steeds en zorgt ervoor dat het meer met zo’n 3 meter per jaar inkrimpt. Het water in Lake Wabby heeft zoetwater (regenwater), net als alle andere meren op het eiland. Dave (onze gids met een look van een gezette rugbyspeler) vertelde dat al het zoete water op het eiland tot wel 4 keer het aantal liter water herbergt dan dat in de haven van Sydney aanwezig is. Het stopte met regenen en dat gaf ons de kans een duik te nemen in het meer dat vol zit met zalmstaart meervallen. Voor de vrouwen was er de tijd om te genieten van een pedicure behandeling, doordat alle kleine visjes in het meer zich graag tegoed doen aan alle dode huidcellen op voeten/benen.
Het weer klaarde op en tijdens de terugweg vertelde Dave voornamelijk over de diverse bomen- en plantengroei op het eiland en liet enkele voorbeelden zien van unieke bomen zoals de Fig Tree. Een boom die ontstaat doordat een vogel zijn behoefte doet op een willekeurige plaats, zoals geregeld in een andere boom. De zaden van de Fig Tree die zo in een willekeurige boom belanden kunnen uitgroeien tot nieuwe bomen. De Fig Tree laat zijn wortels eerst naar de bodem ‘zoeken’, wat dus kan resulteren in een boom die volledig is verstrengeld in de wortels van deze nieuwe Fig Tree, een indrukwekkend gezicht waarvan we meerde stadia hebben gezien. Ook vertelde hij over een wilde beer, een niet zo schattige koala, de dropbear. Het was een vreemd verhaal over koala’s die in aanraking kwamen met chlamydia en daardoor kwade genen kregen en uitgroeiden tot beertjes met verschrikkelijke klauwen en tanden. Wij hadden al snel door dit een fabeltje was, maar vele anderen van de groep leken daarna toch op hun hoede voor de beer met de naam van de organisatie.
’s Avonds kregen we steak voorgeschoteld met aardappelpuree, peen en gebakken uien en worst. Het had Nederlands geprakt veel weg van het aloude recept peen en uien! Voor ons dessert dienden iedereen eerst de Didgridoo te bespelen, een instrument gemaakt van een uitgeholde boomstronk. Het ging ons aardig af en zo werden we getrakteerd op Tim Tam, een specialiteit van hier; een heerlijk chocolade koekje. Daarna stelde iedereen (groep van 21 personen) zich aan elkaar voor. De Zuid-Koreaan Chan viel daarbij gelijk positief op. Deze maar liefst 42 jarige Aziaat was een echte gangmaker vol humor en met een uniek Aziatisch-Engels accent. Hij hees zich net als de andere crew leden in een oncie (een kledingstuk dat bestaat uit een geheel) van een kangoeroe. De door Brian gegeven benaming ‘Changoeroe’ was snel geboren en zo noemden vervolgens iedereen hem. Verder bestond de groep uit een aantal Zwiters die Engels ging leren in Australië, enkele vriendinnen uit Italië enkele Duitsers (die zien we echt overal), een groep gevormd uit verschillende backpackende koppels die sinds kort samen reisden en een Amsterdams meisje; Roos. Hierna werd er beergong gespeeld, een trechter was bevestigd aan een slang en het was de bedoeling om zo snel mogelijk een biertje weg te drinken. Daarnaast was er het spel Yenga (blokkentoren) met op ieder blok een opdracht (bijv: drink 2 slokken of geef 3 slokken weg). Af en toe kwam er een Dingoe gedag zeggen, bij het zien van een stok zijn ze echter genoeg afgeschrikt en kiezen ze het hazenpad.
De tentjes waren 2 bij 2 meter, de matrasjes misschien 2 centimeter dik. Comfortabel was het niet, maar met het geluid van de golven op de achtergrond en rondlopende dingoes was het wel waarvoor we gekomen waren.

Zondag werden we al om 6 uur gewekt, omdat kort daarna de zonsopgang zou zijn. Het was bewolkt, maar die bewolking trok snel op waardoor we een zonnige zondag kenden. We bezochten Eli Creek, een kristal helder beekje dat ons moeiteloos meevoer stroomafwaarts, terwijl iedereen in de houding van een krokodil lag. We vervolgden onze weg naar het scheepswrak van Maheno. Een schip dat in 1935 door een cycloon aanspoelde op Fraser en sindsdien onderdeel is geworden van het eiland. De bouwers van dit schip (van Nieuw-Zeelandse komaf), de oorspronkelijke Maori bewoners doopten het schip tot Maheno. Dit betekent in de Maori taal; eiland, men leek een vooruitziende blik te hebben.
Nog geen 5 kilometer ten Noorden van dit scheepswrak bezochten we de Pinnacles, enkele gekleurde zandrotsen. Dit was een geheime ontmoetingsplaats voor de Butchulla vrouwen, de oorspronkelijke bewoners. Een volk dat al geruime tijd op het eiland leefde alvorens het in 1836 per ongeluk door het Engelse koppel James en Eliza Fraser werd ontdekt. Zij leden schipbreuk en werden geholpen door de bevolking, waarbij James echter overleed. Eliza Fraser keerde terug naar Engeland, doopte het eiland tot Fraser eiland en begon een wild verhaal over het eiland te verkopen. Hierbij werd de nadruk gelegd op een eiland vol houtsoorten die men goed kon gebruiken in de bouw van schepen. De Engelsen en later ook andere Europeanen wilden het eiland claimen en kwamen in conflict met de lokale bevolking, die niet bestand bleek tegen de goedbewapende Europeanen. Later in de 20e eeuw is de focus gelukkig overgegaan van exploitatie naar bescherming.
Even verderop stopten we midden op het strand, wat ook wel de snelweg van Fraser wordt genoemd. Hier peuterden we gezamenlijk zeker 200 pippies/wongs uit het zand. Deze schelpdieren, zouden we ’s avonds als extra gerecht opeten.
We reden door naar de champagne pools, een ware trekpleister voor toeristen. Waar we tot zover nagenoeg met de groep alleen waren geweest op de eerdere stoppunten was het hier erg druk. Desalniettemin waren de pools gevuld met bizar helder water en steeds opnieuw gevuld met golven bubbelend zeewater gaaf om te zien. Hierna reden we een stukje terug en liepen via een korte klim naar Indian Head. Deze uitstekende rots gaf een schitterend uitzicht over de zee. Brian die samen met Dave als eerste bovenkwam, ontdekte al snel enkele rugvinnen in het water. Het was even scherpstellen, maar het bleken enkele dolfijnen te zijn, in tegenstelling tot wat we eerst dachten. Voor de kust van Fraser zwemmen namelijk heel veel tijgerhaaien, het wordt daarom ook sterk afgeraden om te zwemmen voor de kust van 75 Mile Beach.
Boven op dit schitterende uitkijkpunt, dat een 360 graden uitzicht biedt op de kustlijn en het binnenland van Fraser, vertelde Dave ons over het ontstaan van het eiland. Hij legde de nadruk daarbij op de oorspronkelijke bevolking en hoe hun gedachten over het eiland waren, alvorens hier andere invloeden het eiland bereikten. Zo geloofden de Butchulla bevolking erin dat een van hun goden ooit deze specifieke rots bezocht en het zo mooi vond dat de andere goden besloten om haar toestemming te geven om zich te vestigen aan die rots en uit te groeien tot een eiland., de naam van deze god was K’Gary. Midden in het verhaal onderbrak Brian (altijd om zich heenkijkend) Dave, hij zag namelijk weer iets uit het water komen verder uit de kust. Het bleek een kleine walvis te zijn, die zelfs met een ware voetbalcamera lens niet scherp op beeld bleek vast te leggen.
Het was de beurt aan Claudia om te rijden en dat deed ze met verve. Ze reed ons naar Cathedral Beach waar we laat lunchten.
’s Middags besloot Dave om ons mee te nemen naar een punt waar de meeste tours niet heengaan, het Lake Jennings. Het bleek een inland track, die Brian voor zijn rekening nam (rijdend). Daar gearriveerd verwelkomden enkele zoetwater schildpadden ons. Onder goede weersomstandigheden doken we dit ‘theewater’ meer in. De kleur van het water doet namelijk denken dat van thee, bovendien is het omringd door tea trees. De smaak van het water heeft niks weg van thee, maar is volgens Dave erg gezond en goed voor je haar. Na deze bijzondere plek gezien te hebben wisselden we weer van chauffeurs en bleek een van de Zwitserse meisjes niet capabel genoeg om ons via dezelfde inland track terug te rijden. Een Amerikaans meisje kreeg de mogelijkheid en die maakte er zo mogelijk een nog groter potje van. Toen we weer op het strand arriveerden begon het al te schemeren, maar voor diegene die wilden konden zich in Eli Creek afspoelen en nog een keer mee naar beneden later voeren. Claudia deed dat maar al te graag en Brian bood zich aan als fotograaf.
Hierna reden we bij invallende duisternis terug naar het kamp, waarbij het Amerikaanse meisje een nieuwe kans kreeg op het ‘eenvoudigere’ harde zand. Toen we even later een diepe geul door moesten, reed zij de auto echter vast. Dave was snel ter plaatse en de auto rijdt nog, maar dat was voor de meeste passagiers wel even schrikken, zeker aangezien het water tot net onder de ramen stond.
Het avondeten bestond uit de door Dave bereide wongs als voorgerecht, kip met rijst als hoofdgerecht en uiteraard de Tim Tam’s als nagerecht. Hierna speelden wij ons eigen beerpong, waarbij twee flessendopjes voldeden als tafeltennisbal. We bekeken de Gopro beelden van ons en van de andere ‘filmer’ en sloten de avond af met enkele potjes shithead, het kaartspel dat we in Fiji hadden geleerd.
Maandag stonden we wederom vroeg op en brachten we na een ontbijt van toast met ei een bezoek aan Lake Mckenzie. Het grootste meer van het eiland, bestaand met silicone, een zuiverend mineraal. In het kraakheldere water smeerden we onze sieraden, lichamen en zelfs onze haren en tanden in met het mineraal. De familiering van Brian heeft nog nooit zo’n erge glans gehad en ook onze tandjes voelden aan alsof we net bij de tandarts waren geweest. Chan zwom het hele meer over, de eerste snel zwemmende Aziaat die we ooit hebben gezien. Wij haalden de helft, om daarna nog even van de zon te genieten.
Claudia reed ons vervolgens over een moeilijk begaanbaar pad naar Central Station. Hier wandelden we door een regenwoud vol groen en zagen we hoe een figtree zich volledig om een andere boom had gesloten. We genoten van een laatste lunch en maakten aanstalten om terug naar het kamp te gaan. Daar aangekomen koppelden we de trailer met tassen aan de auto en reden terug richting het Zuiden van het eiland. Alvorens we daar aankwamen stopten we nog een keer, om in een van de geulen die door het strand liep te staan. Hier was te zien hoe steeds om de tien seconden een golf vanaf het land richting de zee liep. De Butchulla bevolking gelooft dat dit komt door de hartslag van K’Gary, de eilandgod. Heel langzaam werden onze voeten in de zandbodem gezogen, een passend afscheid van een bijzonder eiland!
Terug op het vaste land werden emailadressen uitgewisseld, werd afscheid genomen en werd Dave uiteraard bedankt. Wij stapten nog geen honderd meter verder in onze camper en sloten voldaan weer een hoofdstuk van onze reis af.

K’Gary, Fraser eiland, het was heel speciaal en wij zouden iedereen aanraden om deze trip eens te maken! Alle lof voor Dropbear Adventures en Dave, het was slechts zijn vierde trip maar hij lijkt geboren voor de job.


Liefs,

Claudia & Brian

  • 13 Mei 2014 - 07:52

    Ruud:

    Wow weer een gave trip! Veel plezier de komende tijd.
    Groet Ruud

  • 13 Mei 2014 - 10:28

    Oma V.d. Spek:

    Wat een trip ! Ik sta versteld van alle verhalen. En wat jullie meemaken.
    On thouden jullie dat allemaal? Er zal wel een boekje bij zijn
    maar toch. Echt geweldig.
    Je ziet jullie alshetware rijden, en de natuur denk je er dan bij.
    Ook die is beschreven..
    Jullie liggen wat in het water overal zeg.!!!!!
    Wat een avonturen.
    Bedankt voor dit prachtige verhaal. Ik ga aan de koffie.
    Kus, Oma.
    .

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Frasereiland

Brian

Op 1 maart start onze reis, die ons via Hongkong, Nieuw-Zeeland, Fiji, Australie, Maleisie en Thailand zal voeren.

Actief sinds 03 Feb. 2014
Verslag gelezen: 372
Totaal aantal bezoekers 20833

Voorgaande reizen:

03 Februari 2014 - 31 December 2014

Mijn eerste reis

03 Februari 2014 - 31 December 2014

Mijn eerste reis

Landen bezocht: